De Europese Unie vindt het een prioriteit dat er betaalbaar, kwalitatief hoogstaande kinderopvang is voor kinderen van hun geboorte totdat ze naar school moeten.

Onderliggend doel: meer vrouwen op de arbeidsmarkt, en dus niet thuis bij hun kinderen.

In 2002 stelden ze daarom de volgende targets:

• In 2010 moet er kinderopvang zijn voor minstens 90% van de kinderen van 3 totdat ze naar school moeten.
• In 2010 moet er kinderopvang zijn voor minstens 33% van de kinderen van 0 tot 3.

De gedachte was: 'Als er maar genoeg, en betaalbare kinderopvang is, dan gaan vrouwen wel buitenshuis werken.'

Maar in 2010 bleek dat deze doelen niet gehaald waren. In 2014 verscheen een rapport over de stand van zaken toen.

Nederland: braafste jongetje van Europa

Uit dit nieuwe rapport blijkt dat Nederland de target wél heeft gehaald. Zie onderstaande grafiek, waarin Nederland tot de 'leaders' wordt gerekend.

Uit dit onderzoek blijkt ook dat formele opvang voor kinderen vanaf 3 jaar en ouders beter geaccepteerd is dan opvang van baby's.

'Formalised
childcare for older children is generally acceptable and almost universal. Future policy directives should specifically focus on stepping up
enrolment in formal childcare for children aged three and under.'

Wel is het zo dat kinderen vaak niet meer dan 30 uur in de opvang zitten. En dat is onder de Barcelona Target.

Geld speelt een rol

Volgens de onderzoekers wordt de beslissing om al dan niet buiten de deur te werken bepaald door financiële overwegingen. En dus adviseren ze financiële lokkertjes om kinderen naar de opvang te krijgen, en vrouwen naar de arbeidsmarkt.

Lees hier het hele rapport.

Blijf op de hoogte en neem een gratis emailabonnement!

Enter your email address:

Delivered by FeedBurner