Het CBS onderzocht de verschillen in opleiding en in arbeidsmarktpositie tussen de generatie vrouwen geboren eind jaren ’50 en hun ‘dochters’, de generatie vrouwen geboren eind jaren ’70.

Ze keken naar twee groepen:

• vrouwen geboren tussen 1975 en 1980
• vrouwen geboren tussen 1955 en
  1960.

Er zijn duidelijke verschillen in arbeidsparticipatie tussen vrouwen en hun moeders.

8 veranderingen op een rijtje

1. Het onderwijsniveau van vrouwen is gestegen
2. Vooral moeders zijn vaker en meer uren buitenshuis gaan werken. Bij mannen is er weinig veranderd.
3. Het beroepsniveau van vrouwen is tussen beide
   generaties toegenomen. 
4. Meer vrouwen zijn economisch zelfstandig.
5. Voor de oudste
   generatie was werken én kinderen hebben zeker nog niet de norm. Ongeveer de helft van
   deze vrouwen werkte. Moeder zijn en werken is in de jongere generatie wel gebruikelijk, en
   vrouwen met kinderen werken ook meer uren. 
6.  Ook voor de jongste
   generaties meisjes geldt dat zij, denkende aan een gezin met kinderen, aanzienlijk minder
   uren verwachten te gaan werken dan wanneer ze geen kinderen hebben. 
7. Vrouwen én mannen vinden gelijkwaardigheid wel belangrijk, maar niet in strikte
   financiële zin. Beiden moeten evenveel bijdragen aan het gezin, waarbij de zorgtaak
   evenzeer meeweegt als de inbreng van inkomen.
8. Voor vrouwen zonder kinderen is er minder veranderd qua arbeidsparticipatie.

Twee generaties vrouwen 

Meer weten?

Download dan het rapport van het CBS.

Blijf op de hoogte en neem een gratis emailabonnement!

Enter your email address:

Delivered by FeedBurner