Het debat over kinderopvang blijft onbeslist
De afgelopen weken stonden er triomfantelijke koppen in diverse kranten: ‘Kinderopvang is goed voor de ontwikkeling van kinderen’ en ‘Kinderen in kinderopvang zijn slimmer dan thuisblijfkinderen’.
Dit zou blijken uit onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Elly Singer van de Universiteit van Amsterdam.
Kinderdagverblijf: leren door imitatie
Singer bestudeerde jarenlang het gedrag van jonge kinderen in kinderdagverblijven, en zag het volgende: kinderen imiteren elkaar, dagen elkaar uit, en leren zo nieuwe vaardigheden op een kinderdagverblijf. Zo bouwen ze bijvoorbeeld ingewikkelder torens en doen meer rollenspellen.
Wel blijkt dat peuters achterop zijn wat betreft taalontwikkeling, omdat die in eerste instantie van volwassenen wordt geleerd.
Tegengeluiden
Minder positief over kinderdagverblijven zijn onder andere Penelope Leach en Jay Belsky.
Penelope Leach, psychologe, zegt bijvoorbeeld: ‘Would you be surprised to hear that children left on their own regularly until parents get home from work do less homework, are more likely to drink alcohol and tend to get themselves into inappropriate sexual situations? It’s not rocket science.’
En professor Jay Belsky spreekt van een ‘besmettings effect‘: hoe meer kinderen er in een ruimte zijn met ervaringen in het kinderdagverblijf, hoe agressiever en ongehoorzamer ze zijn.
Juich niet te vroeg
Hoewel de koppen naar aanleiding van Singers onderzoek juichend en triomferend waren, doen de aanhangers van de crèche er wijs aan niet te hard te juichen. Voor je het weet slingert de achtbaan van het onderzoek naar de effecten van kinderopvang weer omlaag, en die van ‘Thuisblijfmoeders’ weer omhoog.
Het Moederfront raadt daarom aan: ‘Altijd gordels vast!’
Meer lezen?
Ontdek meer van Het Moederfront
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Bij die veronderstelde slimheid heb ik dan nog een klein vraagteken, want zijn het vooral niet de kinderen van intelligente en hoogopgeleide ouders die naar het kinderdagverblijf gaan? Slimheid is voor een groot deel erfelijk bepaald.
Liever een achterstand met torens bouwen dan een achterstand in de taalontwikkeling. Wat is me dat nou voor een vergelijking? Het is vanzelfsprekend dat kinderen leren van volwassenen en niet van andere kinderen. Een kind dat thuis meedraait leert onnoemelijk veel vaardigheden, maar de moeders van die kinderen tikken geen hokjes. Natuurlijk is het goed dat een kind leert omgaan met andere kinderen, maar dat hoeven ze niet de godganselijke dag te doen. En bovendien beginnen ze pas echt cooperatief met andere kinderen te spelen tegen de leeftijd van drie. Een baby van 6 maanden heeft geen behoefte aan een kamer vol babytjes.
Slechts onderzoeken op lange termijn zullen uitwijzen wat voor soort jeugd het beste is voor een kind. Welke kinderen gedragen zich het beste op de leeftijd van 12, hoe staat het met hun taalontwikkeling- en gebruik, hoeveel zelfvertrouwen hebben ze, hoeveel aandacht kunnen ze opbrengen, kunnen ze zich alleen bezighouden? Bovenstaand soort onderzoek heeft geen diepgang en trekt slecht wat krantenkoppen op korte termijn.