Reactie op Jet Bussemaker
Gastpost door Anoeska van Essen
Mijn moeder was een veelzijdige en verstandige vrouw. En een slecht voorbeeld voor mij, want ze was – net als ik – voornamelijk huisvrouw.
Toen ik rond de twintig was, kon ze me niet kwader krijgen dan in een discussie te zeggen: ‘Als je ouder wordt, word je wel milder.’ In die tijd had ik nog overal een stevige mening over en die moest ook geuit worden. Milder! Ik zou echt nooit milder worden! In mijn oren klonk milder als: ik ga erbij liggen en laat de strijd tegen onrecht en maatschappelijke misstanden aan anderen over.
Flash forward naar het heden, laten we zeggen dat ik rond de veertig ben. Regelmatig denk ik dat mijn moeder irritant vaak gelijk heeft gekregen. Ook wat betreft het milder worden. Milder klinkt voor mij nu meer als: de zaken liggen genuanceerder dan ze op het eerste gezicht lijken en de oplossing ligt niet meteen voor de hand. Er komt tegenwoordig een stuk minder snel stoom uit mijn oren.
Maar. Als ik ’s ochtends de krant lees en mevrouw Bussemaker (PvdA en onze minister van Onderwijs) heeft gesteld dat teveel vrouwen teren op de zak van hun man DAN BEN IK NIET MILD!! Ik heb geprobeerd te zuchten en te denken: daar gaan we weer. Leg het naast je neer en doe iets zinvollers met je tijd dan je boos maken. Helaas, lukt niet. Misschien over twintig jaar, maar ik ben duidelijk nog niet mild genoeg.
Waar zal ik beginnen, met zoveel uitspraken en stilzwijgende aannames die op zijn minst niet goed doordacht zijn in één nota. Ik ga een paar punten aanstippen, kijk maar wat je ervan denkt.
- Teren op de zak van je man. Wat is er toch van het huwelijk geworden? Mijn man en ik zijn een economische eenheid. Vroeger verdiende ik het geld, toen hij, en nu hij veel en ik een beetje. Dat vinden wij niet interessant. Het is ONS geld. We geven het uit aan ons gezin. Ik koop ook dingen voor mezelf. Dat hoef ik niet te vragen (duh). Mijn man doet hetzelfde. Ik vind het vreemd als getrouwde mensen gescheiden financieën houden. Maar ik ga daar geen nota over schrijven. Ieder zijn ding, zo mild ben ik dan weer wel.
- Vrouw, bedruip je zelf voor het geval je huwelijk strandt, voor je zelfontplooiing of voor het moment dat je partner werkeloos raakt. De ‘voor het geval je huwelijk strand’-reden vind ik een reden om maar beter niet aan het huwelijk te beginnen. Ik zou zeggen: vrouw, kies je echtgenoot met zorg. Daar wil ik best een lijstje van criteria voor opstellen als het nodig is. De ‘voor je zelfontplooiing-reden’ is natuurlijk onzin. Zelfontplooiing is heel goed mogelijk buiten een betaalde baan, en in heel veel banen is geen ruimte voor zelfontplooiing. Dom geklets. Houden we over ‘voor het geval je partner werkeloos raakt’. Tja, jij kunt zelf natuurlijk ook je baan kwijtraken als je die hebt. En ‘voor het geval dat’ vind ik een slechte reden om iets te doen. Maar vooruit. Als jij dat een goede reden vindt, vooral blijven werken.
- Stel je voor dat alle vrouwen een baan willen die voldoende oplevert om economisch zelfstandig te zijn. Waar gaan die banen vandaan komen? Misschien heb ik niet goed opgelet, maar ik dacht dat het op dit moment vrij lastig was om een baan te vinden.
- Vrouwen moeten zich niet schuldig voelen over hun gezin, maar over het feit dat de overheid zoveel in ze geïnvesteerd heeft. Ik zou zeggen: vrouwen moeten zich niet schuldig voelen punt. Fijn zo’n minister die mij een schuldgevoel wil aanpraten! Gelukkig had ik niet alleen een verstandige moeder, maar heb ik ook een verstandige vader. Dat is de man die het geld heeft verdiend waarmee mijn opleiding is betaald. Samen met ‘de overheid’ natuurlijk. Ik heb me weleens schuldig gevoeld over al die kosten die mijn vader heeft gemaakt voor mijn studies (ja, meervoud) en het feit dat daar geen glanzende carrière op gevolgd is. Maar hij vindt dat dat nuttig besteed geld is geweest. Het heeft mij gevormd tot de vrouw die ik nu ben. Een kritische vrouw die in staat is haar eigen keuzes te maken.
- De kinderopvangkwestie. ‘Natuurlijk helpt het als de kinderopvang beter is geregeld,’, stelt de minister even kort vast en gaat dan verder met haar verhaal. Maar wat betekent goed geregeld eigenlijk? Het lijkt erop dat dit in de discussie over de arbeidsparticipatie van vrouwen staat voor: betaalbare en flexibele (of gewoon veel uren) kinderopvang. Of het wenselijk is om kinderen hun tijd voornamelijk te laten doorbrengen met mensen die daarvoor betaald worden is een vraag die weinig wordt gesteld. Maar een kinderdagverblijf is een bedrijf dat winst moet maken (lees ‘De Peuterindustrie‘ van Ewoud Poerink) en voor de mensen die er werken is mijn kind niet bijzonder belangrijk. Is kinderopvang echt iets dat je ieder kind gunt, of is er ruimte voor een andere mening (lees ‘Wat doen we met de baby‘ van Marylse Eerkens).
- Nogmaals de kinderopvangkwestie. Kinderen zijn mensen, en dus allemaal verschillend. Wat voor het ene kind goed is, zal voor het andere niet werken. Er zijn kinderen die veel zelf kunnen en zich prima redden, en er zijn er die veel hulp en begeleiding nodig hebben. Sommigen vinden het heerlijk om de hele dag met anderen om te gaan, maar er zijn mensen – ook kinderen dus – die daar gillend gek van worden. Ik ben ervan overtuigd dat het op zijn zachtst gezegd niet voor alle kinderen goed is om pas met het avondeten thuis te komen.
- Voor de laatste keer dan de kinderopvangkwestie. Als een kind door professionals wordt opgevoed, waar blijft de rol van de ouders dan? Ik wil graag mijn normen en waarden op mijn manier doorgeven aan mijn kinderen, hoe kan dat als ik ze nauwelijks zie? Dat in andere landen beide ouders werken wordt gezien als iets dat wij hier ook moeten nastreven. Maar waarom eigenlijk?
- Wie zorgt er voor het huishouden? Wat als je gelooft dat eten koken meer is dan pakjes en zakjes bij elkaar gooien? Wie doet vrijwilligerswerk en mantelzorg? Nee, dat is niet per se vrouwenwerk natuurlijk. Geen enkel bezwaar tegen de man die een of meer van deze taken op zich neemt, integendeel. Maar wie doet deze onbetaalde klussen als we allemaal full time aan het werk zijn?
Ach nee, ik hou op. Eigenlijk had ik me niet zo boos moeten maken. Gewoon voor de zoveelste keer iemand aan het woord die emancipatie gelijk stelt aan arbeidsparticipatie. En het is vast goed bedoeld, als waarschuwing voor mijn eigen bestwil. Kinderachtig dat ik er niet tegen kan als iemand mij probeert te vertellen hoe ik zou moeten leven. Ik ben alweer wat rustiger nu ik mijn frustratie met je heb kunnen delen. Even lekker buiten in de zon een wasje ophangen en ik ben weer mijn milde zelf.
Ontdek meer van Het Moederfront
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Heel goed verwoord, Anoeska. Goed dat je een andere mening laat horen!
Dank je Anoeska!